Stoomlocomotieven Serie HSM 501-535 (NS-serie 2100) - Paul Henken

Titel
Stoomlocomotieven Serie HSM 501-535 (NS-serie 2100)
Auteur
Paul Henken
Uitgeverij
Uquilair
Taal
Nederlands
Conditie
Gebruikt, in goede staat. De rug is wat verkleurd.
€ 34,95
Inclusief belasting
Aantal
Op voorraad 1 Item

Productdetails

Titel
Stoomlocomotieven Serie HSM 501-535 (NS-serie 2100)
Auteur
Paul Henken
Uitgeverij
Uquilair
Taal
Nederlands
ISBN
9071513459
Conditie
Gebruikt, in goede staat. De rug is wat verkleurd.
Omschrijving

Omschrijving: De Hollansche IJzeren Spoorweg-Maatschappij stelde medio 1914 de eerste vijf, door Schwartzkopff in Berlijn gebouwde, sneltreinlocomotieven in dienst van de serie 500.
In tegenstelling tot de andere Nederlandse spoorwegmaatschappijen wilde de HSM niet overgaan tot drie gekoppelde assen, hetgeen resulteerde in een gedrongen, maar fraai vormgegeven 2B-locomotief met een hoge rustende wieldruk. Hierdoor waren ze met name in de beginjaren beperkt inzetbaar; behalve op het baanvak Amsterdam CS - Bentheim werden ze vooral gezien op de Oude Lijn (Amsterdam CS - Rotterdam DP). Later, na versterking van het viaduct door Roterdam en de Moerdijkbrug, verschenen ze ook in Roosendaal en het Belgische Esschen.
De serie 500, die in totaal 35 locomotieven omvatte, werd behalve in Duitsland ook door de Nederlandsche Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel (Werkspoor) in Amsterdam gebouwd. Als gevolg van de Eerste Wereldoorlog liep de aflevering van de 506-535 grote vertraging op, zodat de serie pas eind 1920 haar definitieve omvang bereikte.
Ondanks de weinig vleiende bijnaam "Blikken Tinus", bleken de locomotieven - die in 1921 de NS-nummers 2101-2135 kregen - uitstekend te voldoen. Het enig belangrijke nadeel dat zich openbaarde, was het gemakkelijk doorslaan van de gekoppelde wielen. Hoewel ze ook wel zware sneltreinen en zelfs goederentreinen reden, kwamen de locs toch het best tot hun recht als trekkracht voor lichte sneltreinen. Op initiatief van de toenmalige NS-president-directeur F.Q.den Hollander, kreeg de laatstovergebleven 2100, de 2104, na buitendienststelling in 1954 uiteindelijk een plaats in het Nederlands Spoorwegmuseum in Utrecht, waar ze vandaag nog te bewonderen is.
In dit boek worden achtereenvolgens de ontstaansgeschiedenis, de constructie en de dienstuitvoering van deze kloeke machines beschreven, geïllustreerd met vele foto's en tekeningen die voor een groot deel nog niet eerder gepubliceerd werden.